Vertaal
Naar andere talen: • trône > DEtrône > ENtrône > ES
Vertalingen trône FR>NL
[tʀon]

1 siège surélevé d'un roi - troon

2 pouvoir du roi - troon

  'accéder au trône'
  de troon bestijgen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
trône (m) het gestoelte ; de troon (m) ; de zetel (m)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `trône`
Voorbeeldzinnen laden....