Vertalingen transporter FR>NL
[tʀɑ̃spɔʀte]1 déplacer d'un lieu à un autre - vervoeren - transporteren
'transporter des marchandises'
goederen vervoeren© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
transporter (ww.) | iets transporteren (ww.) ; overbrengen (ww.) ; overdragen (ww.) ; transporteren (ww.) ; vervoeren (ww.) ; voeren (ww.) |
transporter | meenemen ; varen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `transporter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: amenerFR: apporterFR: bouleverserFR: camionnerFR: charrierFR: charroyerFR: chavirerFR: colporterFR: conduireFR: débarderUitdrukkingen en gezegdes
FR: transporter sur la scène
NL: opvoeren