Vertalingen transiter FR>NL
| transiter (ww.) | doorvoeren (ww.) |
| transiter | circuleren ; doorgevoerd worden (goederen) ; doorreizen |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `transiter`

Voorbeeldzinnen laden....