Vertaal
Naar andere talen: • trajet > DEtrajet > ENtrajet > ES
Vertalingen trajet FR>NL
[tʀaʒɛ]

1 distance parcourue ou à parcourir - traject - afstand

  'Le trajet est court.'
  Het traject is kort.


2 voyage, parcours - reis

  'faire le trajet en train'
  de reis per trein maken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
trajet (m) de afstand (m) ; de baan (m) ; de loopbaan ; de straat ; de straatweg (m) ; de tournee (v)
le trajet traject ; weg
trajet lijn ; pad ; traject ; verplaatsing
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `trajet`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: circuit
FR: distance
FR: espace
FR: itinéraire
FR: portion de route
FR: traite
FR: traversée
FR: voyage