Vertaal
Naar andere talen: • train > DEtrain > ENtrain > ES
Vertalingen train FR>NL
[tʀɛ̃]

1 mode de transport sur voie ferrée - trein

  'prendre le train'
  de trein nemen

  'train de marchandises'
  goederentrein

  'train à grande vitesse'
  hogesnelheidstrein


2 allure, vitesse - gang

  'aller bon train'
  een flinke vaart hebben


3   être en train
être en forme - in vorm zijn


4   être en train de
être occupé à - bezig zijn te

  'Je suis en train de dîner.'
  Ik ben aan het dineren.


5   train de vie
manière de vivre - levenswijze


6   train d'atterrissage
dispositif d'atterrissage d'un avion - landingsgestel

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
train (m) de hofhouding (v) ; de vaart ; de trein (m) ; het tempo ; de spoortrein (m) ; de spoed (m) ; de snelheid (v) ; de sleep (m) ; de rijsnelheid (v) ; het gevolg ; de gang (m) ; het beloop
le train as
train duwsleep ; Walsgroep ; treinstel ; trein ; konvooi
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `train`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: allure
FR: convoi
FR: direct
FR: express
FR: marche
FR: omnibus
FR: rail
FR: rapide
FR: vitesse de conduite

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: à  fond de train NL: in volle vaart
FR: aller grand train NL: snel rijden
FR: aller son train NL: zijn gang gaan
FR: train d'enfer NL: vliegende vaart
FR: être en train NL: op dreef zijn
FR: être en train de NL: bezig zijn met
FR: mener quelqu'un. bon train NL: iemand niet sparen
FR: mettre en train NL: aan de gang brengen
FR: tout d'un train NL: aan één stuk door
FR: train d'artillerie NL: artillerietrein
FR: train de ceinture NL: ceintuurbaan
FR: train de combat NL: gevechtstrein
FR: train express, train direct NL: sneltrein
FR: train omnibus NL: boemeltrein
FR: train rapide NL: bliksemtrein
FR: train de vie NL: levenswijze
FR: train arrière NL: achterbrug
FR: train d'atterrissage NL: landingsgestel
FR: train d'atterrissage escamotable NL: intrekbaar landingsgestel