Vertalingen tolérer FR>NL
[tɔleʀe]1 permettre, ne pas interdire - toestaan - tolereren
'tolérer les petits excès de vitesse'
kleine snelheidsovertredingen tolereren2 supporter difficilement - verdragen - dulden
'tolérer la chaleur'
warmte verdragen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tolérer (ww.) | doorleven (ww.) ; dulden (ww.) ; gedogen (ww.) ; toelaten (ww.) ; tolereren (ww.) ; velen (ww.) ; verdragen (ww.) ; verteren (ww.) |
Bronnen: interglot; WikipediaVoorbeeldzinnen met `tolérer`

Voorbeeldzinnen laden....