Vertalingen siège FR>NL
[sjɛʒ]1 objet sur lequel on s'assoit - stoel
'le siège avant d'une voiture'
de voorstoel van een auto2 lieu où se trouvent les bureaux d'une grande entreprise - hoofdkantoor3 lieu où se trouvent les bureaux d'un parti politique - hoofdkwartier4 action militaire pour prendre une ville - beleg
'faire le siège d'une ville'
een stad belegeren© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
siège (m) | de zitplaats ; de zetel (m) ; de stoel (m) ; makkelijke stoel (znw.) ; luie stoel (znw.) ; het gestoelte ; de fauteuil (m) ; de crapaud (m) ; de belegering (v) ; het beleg |
le siège | de vliegtuigseat ; de zitting (v) ; zadel ; hoofdzetel |
siège | adres ; zitting ; zitplaats ; zitmeubel ; zetel ; werkzitplaats ; stoel ; ovenbodem ; nates ; hoofdstad ; hoofdkantoor ; billen |
Bronnen: interglot; Trueterm; ICT-Woordenboek; Autowoordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `siège`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: administrationFR: bancFR: blocusFR: chaiseFR: directionFR: divanFR: encerclementFR: fauteuilFR: investissementFR: résidenceUitdrukkingen en gezegdes
FR: le saint
siège
NL: de H. StoelFR: siège social
NL: hoofdkantoorFR: siège arrière
NL: duozittingFR: bain de
siège
NL: zitbadFR: lever le
siège
NL: het beleg opbreken