Vertalingen seul FR>NL
seul (ww.) | enig (ww.) |
seul (m) | eenzaam ; alleen |
seul | in quarantaine ; vereenzaamd ; uniek ; single ; simpel ; separaat ; niet moeilijk ; makkelijk ; licht ; gemakkelijk ; enkel ; eenvoudig ; eenmalig ; apart ; alleenstaand ; afzonderlijk ; afgezonderd ; alleen al ; zelf ; enige ; als enige |
Bronnen: Wikipedia; Trueterm; interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `seul`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: abandonnéFR: délaisséFR: isoléFR: simpleFR: singulierFR: solitaireFR: uniqueUitdrukkingen en gezegdes
FR: il tremble au
seul nom de la mort
NL: hij trilt alleen al bij het horen van het woord 'dood'