Vertalingen s'arracher FR>NL
s'arracher (ww.) | neerhalen (ww.) ; vermoorden (ww.) ; verdelgen (ww.) ; uitroeien (ww.) ; uit elkaar halen (ww.) ; slopen (ww.) ; omverhalen (ww.) ; ombrengen (ww.) ; om het leven brengen (ww.) ; afbreken (ww.) ; lostrekken (ww.) ; losscheuren (ww.) ; losrukken (ww.) ; doden (ww.) ; breken (ww.) ; afslachten (ww.) ; afmaken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `s'arracher`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: ravager