Vertaal
Naar andere talen: • ravager > DEravager > ENravager > ES
Vertalingen ravager FR>NL
[ʀavaʒe]

1 causer des dégâts importants - verwoesten

  'L'inondation a ravagé les récoltes.'
  De overstroming heeft de oogsten verwoest.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ravager (ww.) afbreken (ww.) ; breken (ww.) ; neerhalen (ww.) ; omverhalen (ww.) ; ruineren (ww.) ; slopen (ww.) ; te gronde richten (ww.) ; uit elkaar halen (ww.) ; vernielen (ww.) ; vernietigen (ww.) ; verwoesten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `ravager`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: anéantir
FR: bouleverser
FR: détruire
FR: dévaster
FR: dévorer
FR: endommager
FR: piller
FR: ruiner
FR: saccager