Vertalingen rondeur FR>NL
rondeur (v) | de bocht (m) ; bolheid (znw.) ; bolling (znw.) ; de buiging (v) ; de draai (m) ; het eerbetoon ; de kromming (v) ; de kromte (v) ; de ronding (v) ; de wielvlucht |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `rondeur`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: tournant