Vertalingen réunion FR>NL
[ʀeynjɔ̃]1 ensemble de personnes - bijeenkomst
'assister à une réunion'
een bijeenkomst bijwonen
'être en réunion'
in vergadering zijn
'une réunion de famille'
een familiereünie2 fait de mettre ensemble des choses - samenvoeging
'une réunion de textes'
een bundeling van teksten© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
réunion (v) | de koppeling (v) ; de zitting (v) ; de vergadering (v) ; het treffen ; de sessie (v) ; de seance ; het samenzijn ; samenkomst ; het samendoen ; reünie ; het overleg ; ontmoeting ; de manifestatie (v) ; de conferentie (v) ; bijeenlegging (znw.) ; de bijeenkomst (v) ; de beraadslaging (v) ; het beraad ; aaneenvoeging (znw.) ; de aaneensluiting (v) |
réunion | bijeenkomst ; Vergadering ; vereniging ; unie ; Réunion |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `réunion`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: accolementFR: adjonctionFR: agglomérationFR: agrégationFR: amalgameFR: annexionFR: assembléeFR: assisesFR: combinaisonFR: concile