Vertaal
Naar andere talen: • repasser > DErepasser > ENrepasser > ES
Vertalingen repasser FR>NL
[ʀəpɑse]

1 passer de nouveau - weer langskomen

  'Je suis repassée devant chez lui.'
  Ik ben weer langs zijn huis gekomen.


2 venir de nouveau - weer langskomen

  'Je repasserai chez lui demain.'
  Ik zal morgen weer bij hem langsgaan.
[ʀəpɑse]


1 aller de nouveau au-delà de - weer overtrekken

  'repasser la frontière'
  de grens weer overgaan


2 se soumettre de nouveau à ··· - overdoen

  'repasser un examen'
  een examen overdoen


3 donner de nouveau à voir, à entendre - weer draaien

  'repasser un film'
  een film weer draaien

  'Il a repassé le disque trois fois.'
  Hij heeft de plaat drie keer opnieuw (af)gedraaid.


4 faire disparaître les plis du linge - strijken

  'repasser une chemise'
  een overhemd strijken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
repasser (ww.) gladstrijken (ww.) ; met pen overtekenen (ww.) ; overtrekken (ww.) ; strijken (ww.)
repasser overdraaien ; strijken van kleding
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `repasser`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: calquer