Vertalingen réfléchir FR>NL
[ʀefleʃiʀ]1 penser - nadenken
'Je vais réfléchir.'
Ik zal erover denken.
'réfléchir à ··· '
nadenken over iets[ʀefleʃiʀ]1 renvoyer - terugkaatsen - reflecteren
'réfléchir une image'
een beeld terugkaatsen
'réfléchir la lumière'
het licht weerkaatsen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
réfléchir (ww.) | overleggen (ww.) ; weerspiegelen (ww.) ; terugkaatsen (ww.) ; reflecteren (ww.) ; prakkiseren (ww.) ; piekeren (ww.) ; peinzen (ww.) ; overwegen (ww.) ; overpeinzen (ww.) ; bedenken (ww.) ; overdenken (ww.) ; nadenken (ww.) ; in acht nemen (ww.) ; denken (ww.) ; considereren (ww.) ; bezinnen (ww.) ; bespiegelen (ww.) ; beraadslagen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Europakinderhulp
Voorbeeldzinnen met `réfléchir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: brillerFR: cogiterFR: concevoirFR: considérerFR: diffuserFR: examinerFR: gambergerFR: jugerFR: luireFR: méditer