Vertalingen prêcher FR>NL
prêcher (ww.) | prediken (ww.) ; preken (ww.) ; verkondigen (ww.) |
prêcher | belijden |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `prêcher`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: prêcher d'exemple
NL: een goed voorbeeld geven