Vertaal
Naar andere talen: • programmer > DEprogrammer > ENprogrammer > ES
Vertalingen programmer FR>NL
[pʀɔgʀame]

1 introduire dans une suite d'événements - programmeren

  'programmer un concert dans un festival'
  een concert in een festivalprogramma opnemen


2 organiser à l'avance ··· - plannen

  'programmer un séjour à l'étranger en été'
  een verblijf in het buitenland plannen voor de zomer


3 commander le fonctionnement d'un appareil - programmeren - instellen

  'programmer une machine à laver le linge'
  een wasmachine instellen


4 faire exécuter une tâche à un ordinateur - programmeren

  'savoir programmer'
  kunnen programmeren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
programmer (ww.) programmeren (ww.)
programmer plannen ; programmeren
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `programmer`
Voorbeeldzinnen laden....