Vertalingen opérer FR>NL
[ɔpeʀe]1 pratiquer un acte chirurgical - opereren
'se faire opérer'
een operatie ondergaan - geopereerd worden2 faire, agir - verrichten - doen
'opérer un changement'
een verandering tot stand brengen
'Comment allez-vous opérer ?'
Hoe zult u te werk gaan/de zaak aanpakken?© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
opérer (ww.) | ageren (ww.) ; steriliseren (ww.) |
opérer | aanspreken ; doorvoeren ; functioneren ; maken |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `opérer`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: opérer des miracles
NL: wonderen doen