Vertaal
Naar andere talen: • obstruer > DEobstruer > ENobstruer > ES
Vertalingen obstruer FR>NL
[ɔpstʀye]

1 boucher, fermer - versperren
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
obstruer (ww.) afbreken (ww.) ; barricaderen (ww.) ; belemmeren (ww.) ; doen ophouden (ww.) ; hinderen (ww.) ; obstructie plegen (ww.) ; onderbreken (ww.) ; ten val brengen (ww.) ; versperren (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `obstruer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: boucher
FR: faire obstruction