Vertaal
Naar andere talen: • naviguer > DEnaviguer > ENnaviguer > ES
Vertalingen naviguer FR>NL
[navige]

1 se déplacer sur l'eau - varen

  'Ce bateau n'est pas en état de naviguer.'
  Deze boot is niet vaarklaar.


2 voyager sur un bateau - varen

  'Il navigue sur l'océan Pacifique.'
  Hij vaart op de Stille Oceaan

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
naviguer (ww.) bevaren (ww.) ; gaan varen (ww.) ; laveren (ww.) ; navigeren (ww.) ; schipperen (ww.) ; varen (ww.)
naviguer loodsen ; navigatie ; varen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `naviguer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: bourlinguer
FR: caboter
FR: croiser
FR: voguer

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: ici il nous faut naviguer avec prudence NL: (figuurlijk) hier moeten we voorzichtig te werk gaan