1. MWB
  2. Vertalen
  3. lueur (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • lueur > DE • lueur > EN • lueur > ES
Vertalingen lueur FR>NL
[lɥœʀ]

1 faible lumière - schijnsel

  'à la lueur d'une bougie'
  bij het schijnsel van een kaars

2   une lueur de
une petite quantité de - een sprankje

  'Il reste une lueur d'espoir.'
  Er is nog een sprankje hoop.
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
lueur (v) de schemering (v) ; het vonkje ; het vleugje ; de vleug ; de straling (v) ; het sprankeltje ; signaalvlam (znw.) ; de schittering (v) ; het schitteren ; het schijnsel ; de schijn (m) ; het schemerlicht ; de deemstering (v) ; het schemeren ; het schemerdonker ; de luister (m) ; het halfdonker ; de gloed (m) ; de glimp (m) ; de glans (m) ; het geflikker ; de flikkering (v) ; de flakkering (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `lueur`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: aube

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: une lueur d'espérance NL: een straaltje hoop