Vertalingen intimité FR>NL
[ɛ̃timite]1 relation étroite entre des personnes - vertrouwdheid - intimiteit
dans l'intimité
(= en présence des parents et amis proches) - in huiselijke kring / in familiekring
'se marier dans la plus stricte intimité'
trouwen met alleen familie en vrienden erbij2 vie privée - privéleven - privacy
'chercher à préserver son intimité'
zijn privéleven/privacy proberen te beschermen[ɛ̃timite]1 relation étroite entre des personnes - vertrouwdheid - intimiteit
dans l'intimité
(= en présence des parents et amis proches) - in huiselijke kring / in familiekring
'se marier dans la plus stricte intimité'
trouwen met alleen familie en vrienden erbij2 vie privée - privéleven - privacy
'chercher à préserver son intimité'
zijn privéleven/privacy proberen te beschermen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
intimité (v) | de afzondering (v) ; de gemoedelijkheid (v) ; de gezelligheid (v) ; de innigheid (v) ; de intimiteit (v) ; de knusheid (v) ; de privacy (v) ; de vertrouwelijkheid (v) |
intimité | persoonlijke levenssfeer |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.Voorbeeldzinnen met `intimité`

Voorbeeldzinnen laden....