Vertalingen inopportun FR>NL
inopportun | gênant ; hinder veroorzakend ; hinderlijk ; lastig ; misplaatst ; niet op het goede moment ; niet schikkend ; onaangenaam ; ongemakkelijk ; ontijdig ; storend |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `inopportun`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: déplacéFR: fâcheuxFR: importunFR: inconvenantFR: intempestifFR: irritant