Vertalingen injecter FR>NL
[ɛ̃ʒɛkte]1 introduire un liquide dans un corps - inspuiten - een prik geven aan - injecteren
'injecter un vaccin à ··· '
iemand een vaccinprik geven[ɛ̃ʒɛkte]1 introduire un liquide dans un corps - inspuiten - een prik geven aan - injecteren
'injecter un vaccin à ··· '
iemand een vaccinprik geven© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
injecter (ww.) | injecteren (ww.) ; inspuiten (ww.) ; spuiten (ww.) |
injecter | injecteren ; inspuiten ; spuitgieten ; toevoeren ; uittrekken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-WoordenboekVoorbeeldzinnen met `injecter`

Voorbeeldzinnen laden....