Vertalingen incommoder FR>NL
[ɛ̃kɔmɔde]1 déranger, causer de la gêne - hinderen
'La fumée de cigarette l'incommode.'
Sigarettenrook hindert hem/haar.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
incommoder (ww.) | hinderen (ww.) ; koeioneren (ww.) ; kwellen (ww.) ; narren (ww.) ; obstructie plegen (ww.) ; onmogelijk maken (ww.) ; pesten (ww.) ; plagen (ww.) ; sarren (ww.) ; storen (ww.) ; tarten (ww.) ; tergen (ww.) ; treiteren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `incommoder`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: dérangerFR: empoisonnerFR: ennuyerFR: fatiguerFR: gênerFR: importunerFR: indisposerFR: troubler