Vertalingen impertinence FR>NL
impertinence (v) | de onbeschoftheid (v) ; de zelfverheffing (v) ; de vrijpostigheid (v) ; de verwaandheid (v) ; schofterigheid (znw.) ; de schaamteloosheid (v) ; onwelgevoegelijkheid (znw.) ; de onkiesheid (v) ; onhoffelijkheid (znw.) ; de ongemanierdheid (v) ; ongeliktheid (znw.) ; de onbeschroomdheid (v) ; de onbeschaamdheid (v) ; de onbeschaafdheid (v) ; de lompheid (v) ; de laatdunkendheid (v) ; de indiscretie (v) ; de inbeelding (v) ; de impertinentie (v) ; de grofheid (v) ; de brutaliteit (v) ; de botheid (v) ; de aanmatiging (v) |
impertinence | tegenspraak |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `impertinence`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: audaceFR: crapulerieFR: impolitesseFR: insolence