Vertalingen immuniser FR>NL
[imynize]1 protéger contre les maladies - beschermen - immuun maken
'Il est immunisé contre la grippe.'
Hij is beschermd tegen de griep.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
immuniser (ww.) | immuniseren (ww.) ; immuun maken (ww.) ; ongevoelig maken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `immuniser`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: accoutumerFR: blinderFR: mithridatiserFR: vacciner