Vertaal
Naar andere talen: • hôtel > DEhôtel > ENhôtel > ES
Vertalingen hôtel FR>NL
[otɛl]

1 établissement qui loue des chambres - hotel

  'réserver une chambre d'hôtel'
  een hotelkamer boeken

  'aller à l'hôtel'
  in een hotel overnachten


2   hôtel de ville
mairie - stadhuis/raadhuis

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hôtel (m) het horecabedrijf ; het hotel ; het pension
le hôtelhet herenhuis
hôtel herenhuis ; hotel
Bronnen: interglot; Horecagids; ICT-Woordenboek; Bouwtermen; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `hôtel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: auberge

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: hôtel de ville NL: stadhuis
FR: maître d'hôtel NL: hofmeester, oberkelner, eerste bediende in een herenhuis