Vertaal
Vertalingen établissement FR>NL
[etablismɑ̃]

1 fait de s'installer quelque part - vestiging

  'leur établissement à l'étranger'
  hun vestiging in het buitenland


2 fait de rédiger ··· - opstellen

  'l'établissement d'un contrat'
  het opstellen van een contract


3 fait de commencer ··· - aangaan

  'l'établissement de nouvelles relations'
  het aangaan van nieuwe betrekkingen


4 bâtiment - instelling

  'un établissement scolaire'
  een onderwijsinstelling

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
établissement (m) de grondlegging (v) ; de kolonie (v) ; de nederzetting (v)
le établissement inrichting ; instelling ; onderneming ; opstelling ; vestiging ; zaak
établissement instelling ; plaatselijke eenheid ; vestiging ; vestigingsplaats
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `établissement`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: banque
FR: école
FR: entreprise
FR: fabrique
FR: firme
FR: hôpital
FR: industrie
FR: institution
FR: magasin
FR: maison

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: l'établissement d'un compte NL: het opmaken van een rekening
FR: l'établissement d'un fait NL: het vaststellen, de staving van een feit
FR: l'établissement d'une règle NL: de vaststelling van een regel
FR: établissement de bains NL: badinrichting
FR: établissement de crédit NL: kredietinstelling