Vertalingen fièrement FR>NL
fièrement | arrogant ; flink ; glorieus ; groots ; hautain ; hooghartig ; hoogmoedig ; hovaardig ; neerbuigend ; prat ; verwaand ; zelfgenoegzaam ; zelfingenomen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fièrement`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: bravementFR: dignement