Vertalingen fugue FR>NL
[fyg]1 fait de s'enfuir de son lieu d'habitation - (van huis) weglopen
'Elle a fait une fugue.'
Ze is van huis weggelopen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fugue (v) | de fuga ; het snoepreisje |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fugue`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: excursion