Vertalingen fricoter FR>NL
fricoter (ww.) | lanterfanten (ww.) ; luieren (ww.) ; lummelen (ww.) ; nietsdoen (ww.) ; niksen (ww.) ; rondhangen (ww.) ; sjoemelen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fricoter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: manigancerFR: paresserFR: trafiquer