Vertalingen foncer FR>NL
[fɔ̃se]1 se jeter avec violence sur - zich storten op
'foncer sur ··· '
zich op iemand storten2 aller très vite - erg hard gaan
'Il fonce en voiture.'
Hij rijdt erg hard met zijn auto.3 devenir sombre - donkerder worden
'Sa peau a foncé.'
Zijn/haar huid is donkerder geworden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
foncer (ww.) | hardrijden (ww.) ; jachten (ww.) ; jakkeren (ww.) ; motorracen (ww.) ; racen (ww.) ; reppen (ww.) ; sjezen (ww.) ; snel gaan (ww.) ; spoeden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `foncer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: faire de la vitesseUitdrukkingen en gezegdes
FR: foncer dans le brouillard
NL: (spreektaal) doordazen