Vertalingen follement FR>NL
follement | knots ; zot ; stupide ; onbezonnen ; niet goed snik ; mesjogge ; mal ; maf ; krankzinnig ; krankjorum ; achterlijk ; kierewiet ; idioterig ; idioot ; hoorndol ; getikt ; gestoord ; geschift ; gek ; dwaas |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `follement`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: sotte