Vertaal
Naar andere talen: • figer > DEfiger > ENfiger > ES
Vertalingen figer FR>NL
[fiʒe]

1 rendre solide par le froid - stollen - stijf worden

  'Le froid a figé la sauce.'
  De saus is door de kou gestold.


2 rendre immobile - doen verstarren

  'La peur la figea.'
  Zij verstarde van schrik.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
figer (ww.) verstarren (ww.) ; verstenen (ww.) ; verstijven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `figer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: raidir

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: un sourire figé NL: een stijf, gedwongen lachje