Vertalingen fichu FR>NL
fichu (znw.) | de das (m) ; de halsdoek (m) ; de omslagdoek (m) ; de shawl (m) ; de sjaal (m) |
fichu | akelig ; belabberd ; beroerd ; drommels ; ellendig ; naar ; versleten |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `fichu`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: minablementUitdrukkingen en gezegdes
FR: être mal
fichu
NL: er beroerd aan toe zijn