Vertalingen façon FR>NL
[fasɔ̃]1 manière - manier - wijze
'une façon d'agir'
een manier van optreden
'la façon dont on vit'
de manier waarop je leeft2 de toute façon
quoi qu'il arrive - in ieder geval
'De toute façon, je reste ici.'
Ik blijf in ieder geval hier.3 de façon à
pour
suivi d'un inf.
om
's'entraîner de façon à progresser'
oefenen om beter te worden4 de quelle façon... ?
comment... ? - op welke manier... ?
'De quelle façon travailles-tu ?'
Op welke manier werk je?© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
façon (v) | de conditie (v) ; het gedrag ; de manier (v) ; de modus (m) ; wijs (znw.) |
la façon | wijze |
façon | aldus ; alzo ; cultuurmaatregel ; zo |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `façon`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: agissementsFR: allureFR: comportementFR: confectionFR: créationFR: embarrasFR: exécutionFR: fabricationFR: façonnageFR: factureUitdrukkingen en gezegdes
FR: de la bonne
façon
NL: duchtigFR: de cette
façon
NL: op die manierFR: de
façon que
NL: zodatFR: c'est une
façon de parler
NL: bij wijze van sprekenFR: travailler à
façon
NL: werken tegen maakloon