Vertaal
Naar andere talen: • famille > DEfamille > ENfamille > ES
Vertalingen famille FR>NL
[famij]

1 ensemble formé par les parents et les enfants - gezin

  'le père de famille'
  de huisvader

  'passer les fêtes en famille'
  de feestdagen in zijn gezin doorbrengen


2 personnes liées entre elles, de même origine - familie

  'avoir de la famille en Espagne'
  familie in Spanje hebben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
famille (v) de familie (v) ; de familieband (m) ; het geslacht ; het gezin ; het gezinsverband ; het huisgezin ; het stamhuis ; het thuisfront
famille curvenschaar ; Familie ; gezin ; karakteristiekenschaar ; reeks
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `famille`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: race

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: père de famille NL: huisvader
FR: vie de famille NL: gezinsleven
FR: un fils de famille NL: jongeman van goeden huize