[ɛkstrɛm]

1 très grand ou très petit - extreem

  'des températures extrêmes'
  extreme temperaturen[ɛkstrɛm]


1 dernière limite - uiterste

  'passer d'un extrême à l'autre'
  van het ene in het andere uiterste vervallen
© K Dictionaries Ltd.

extrême (znw.)	de buitenmaat ; de buitenspeler (m) ; het uiterste
extrême (m)	f (afgelegen)
extrême	alleruiterst ; hoogste ; opperste ; ultra ; verregaand ; voornaamst ; extreem ; maximaal ; speler buitenshuis ; uiterst ; volledig

Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia




FR: comble
FR: excessif
FR: final
FR: suprême
FR: terminal
FR: ultime

FR: l'extrême gauche NL: de uiterste linkervleugel in het parlement
FR: l'extrême droite NL: de uiterste rechtervleugel
FR: être extrême en tout NL: steeds in uitersten vervallen
FR: les extrêmes se touchent (spr.w) NL: de uitersten raken elkaar
FR: à  l'extrême NL: tot het uiterste
FR: pousser à  l'extrême NL: tot het uiterste drijven