Vertalingen envoi FR>NL
[ɑ̃vwa]1 action d'envoyer, de transmettre à ··· - verzending
'l'envoi d'un colis'
de verzending van een pakketje2 lettre ou colis - zending
'la réception d'un envoi'
de ontvangst van een zending3 coup d'envoi
début d'un match de football - aftrap© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
envoi (m) | de uitspraak ; de mededeling (v) ; de melding (v) ; de opgave ; het posten ; het relaas ; de tijding (v) ; de toezending (v) ; de uitlevering (v) ; de levering (v) ; de vermelding (v) ; het versturen ; de verwittiging (v) ; het verzenden ; de verzending (v) ; het wegsturen ; de zending (v) ; de leverantie (v) ; de inzending (v) ; gewag (znw.) ; geleverde (znw.) ; de boodschap (v) ; de bezorging (v) ; het bericht ; de bekendmaking (v) ; afzenden (znw.) ; de aflevering (v) ; de afgifte (v) |
le envoi | het sturen ; het insturen |
envoi | opdracht ; zending ; verzending |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `envoi`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: annoncéFR: colisFR: dédicaceFR: expéditionFR: lettreFR: messageFR: nouvelleFR: paquetFR: transmissionUitdrukkingen en gezegdes
FR: coup d'
envoi
NL: aftrap (voetbal)