Vertaal
Naar andere talen: • écart > DEécart > ENécart > ES
Vertalingen écart FR>NL
[ekaʀ]

1 distance qui sépare - (tussen)ruimte

  'l'écart entre deux voitures'
  de afstand tussen twee auto's


2 différence - verschil

  'un grand écart d'âge'
  een groot leeftijdsverschil


3   à l'écart
loin, à une certaine distance - op een afstand

  'se tenir à l'écart'
  zich verre van iets houden


4   faire le grand écart
écarter les jambes pour qu'elles touchent le sol - een spagaat maken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
écart (m) de spanwijdte (v) ; de afdwaling (v) ; het afdwalen
écart spread ; zwaai ; wig ; werkelijke afwijking ; volgtijd ; verschil ; afgelegen woning ; speling ; slingering ; rij afstand ; maatafwijking ; hiaat ; deviatie ; afwijking
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `écart`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: décalage
FR: déviation
FR: distance
FR: errements
FR: faute
FR: frasque
FR: fredaine
FR: incartade
FR: inconduite
FR: inconvenance

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: faire un écart NL: een zijsprong maken (van een paard)
FR: à  l'écart NL: op een afstand, terzijde
FR: mettre à  l'écart NL: terzijde leggen
FR: tenir à  l'écart NL: erbuiten houden