Vertaal
Naar andere talen: • dénouer > DEdénouer > ENdénouer > ES
Vertalingen dénouer FR>NL
[denwe]

1 défaire - losmaken

  'dénouer ses lacets'
  zijn veters losmaken


2 éclaircir - ophelderen

  'dénouer une intrigue'
  een intrige ontwarren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
dénouer (ww.) ontwarren (ww.) ; vrijgeven (ww.) ; vernietigen (ww.) ; verijdelen (ww.) ; uitvezelen (ww.) ; uitrafelen (ww.) ; uitpluizen (ww.) ; teniet doen (ww.) ; oplossen (ww.) ; opheffen (ww.) ; ontrafelen (ww.) ; ontraadselen (ww.) ; ontknopen (ww.) ; nullificeren (ww.) ; loswerken (ww.) ; losknopen (ww.) ; loshaken (ww.) ; detacheren (ww.)
dénouer ontknopen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `dénouer`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
FR: les langues se dénouent NL: de tongen komen los