Vertaal
Naar andere talen: • déficit > DEdéficit > ENdéficit > ES
Vertalingen déficit FR>NL
[defisit]

1 argent qui manque - tekort

  'être en déficit'
  een tekort hebben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
déficit (m) de deficit ; het gebrek ; het kastekort ; de krapte (v) ; de schaarsheid (v) ; de schaarste (v)
déficit deficit ; shortfall ; tekort ; voorzien tekort
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `déficit`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
FR: couvrir un déficit NL: een tekort dekken