Vertalingen dessert FR>NL
[desɛʀ]1 dernier plat du repas - nagerecht - dessert
'prendre un dessert'
een nagerecht nemen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dessert (m) | de dessert ; het nagerecht ; de toespijs ; het toetje |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `dessert`

Voorbeeldzinnen laden....