Vertalingen décor FR>NL
[dekɔʀ]1 ce qui sert à rendre plus beau - versiering
'le décor d'une pièce'
de versiering van een kamer2 endroit où l'on vit - omgeving
'un décor agréable'
een aangename omgeving3 ce qui crée un lieu, au théâtre, au cinéma - decor
'changer de décor'
van decor wisselen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
décor (m) | de aankleding (v) ; de decoratie (v) ; de onderscheiding (v) ; het toneeldecor ; toneeldecoratie (znw.) ; de versiering (v) |
le décor | het decor |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `décor`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
FR: pièce à
décors
NL: decorstukFR: peintre en
décors
NL: decoratieschilderFR: (spreektaal) entrer dans le
décor
NL: van de weg af raken