Vertalingen cran FR>NL
[kʀɑ̃]1 trou - gaatje
'les crans d'une ceinture'
de gaatjes van een riem2 découpure, entaille - inkeping
'crans de sûreté d'une arme à feu'
veiligheidspallen van een vuurwapen3 être à cran
être très énervé - bijna uit zijn vel springen4 courage - lef
'avoir du cran'
lef hebben5 mèche ondulée de cheveux - slag© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
cran (m) | de jaap (m) ; de vermetelheid (v) ; de stoutmoedigheid (v) ; de snee ; de snede ; de onverschrokkenheid (v) ; de moed (m) ; de lef (m) ; de koenheid (v) ; de kloekheid (v) ; de insnijding (v) ; de inkeping (v) ; de gewaagdheid (v) ; de durf (m) ; de driestheid (v) |
cran | mierik ; peperwortel ; pal ; nokje ; mierikswortel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `cran`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: entailleFR: fermetéFR: hardiesseUitdrukkingen en gezegdes
FR: baisser d'un
cran
NL: een toontje lager zingenFR: descendre d'un
cran
NL: achteruitgaanFR: monter d'un
cran
NL: vooruitgaanFR: cran de sûreté
NL: rust van geweer, etc.