Vertalingen cracher FR>NL
[kʀaʃe]1 jeter ce que l'on a dans la bouche - (uit)spuwen
'cracher un noyau'
een pit uitspuwen[kʀaʃe]1 rejeter de la salive hors de la bouche - spuwen
'Il est interdit de cracher.'
Het is verboden te spuwen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
cracher (ww.) | braken (ww.) ; fluimen (ww.) ; kotsen (ww.) ; overgeven (ww.) ; reutelen (ww.) ; rochelen (ww.) ; slijm opgeven (ww.) ; slijmen (ww.) ; spugen (ww.) ; spuwen (ww.) ; uitbraken (ww.) ; uithoesten (ww.) ; uitspugen (ww.) ; uitspuwen (ww.) ; vomeren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `cracher`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: crachoterFR: crachouillerFR: expectorerFR: vomirUitdrukkingen en gezegdes
FR: cracher du coton
NL: een droge keel hebbenFR: cracher des injures
NL: scheldwoorden uitbrakenFR: c'est son portrait tout craché
NL: hij is het sprekendFR: cracher ses poumons
NL: t.b.c. hebbenFR: cracher au nez
NL: in het gezicht spuwen