Vertalingen convoquer FR>NL
[kɔ̃vɔke]1 inviter ··· à se présenter quelque part - oproepen
'convoquer ··· à un examen'
iemand oproepen voor een examen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
convoquer (ww.) | kennis geven (ww.) ; toeroepen (ww.) ; tevoorschijn roepen (ww.) ; sommeren (ww.) ; samenroepen (ww.) ; oproepen (ww.) ; ontbieden (ww.) ; laten komen (ww.) ; konde doen (ww.) ; erbij roepen (ww.) ; erbij halen (ww.) ; convoceren (ww.) ; bijeenroepen (ww.) ; bijeen roepen (ww.) ; aanzeggen (ww.) ; aanschrijven (ww.) ; aanroepen (ww.) |
convoquer | uitnodigen |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `convoquer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: inviterFR: manderFR: notificer