1. MWB
  2. Vertalen
  3. confus (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • confus > DE • confus > EN • confus > ES
Vertalingen confus FR>NL
[kɔ̃fy]

1 qui n'est pas clair - vaag

  'un souvenir confus'
  een vage herinnering

2 gêné, désolé - verlegen

  'Je suis confus de mon erreur.'
  Ik vind mijn vergissing heel pijnlijk.
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
confus ondersteboven ; wollig ; warrig ; wanordelijk ; verward ; slordig ; rommelig ; ordeloos ; onthutst ; onordelijk ; ongeregeld ; onduidelijk ; ingewikkeld ; in de war ; halfluid ; geestelijk verward ; gedempt ; gecompliceerd ; door elkaar heen ; complex ; bedremmeld ; beschaamd ; verlegen
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `confus`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: abasourdi
FR: abasourdis
FR: amphigourique
FR: amphigouriques
FR: complexé
FR: compliqué
FR: compliqués
FR: déconcerté
FR: déconcertés
FR: désarçonné