Vertalingen compagne FR>NL
[kɔ̃paɲ]1 camarade - vriendin
'une compagne de classe'
een klasgenote2 femme, épouse - echtgenote3 femme qui vit avec ··· - (levens)partner
'Il est venu avec sa compagne.'
Hij is met zijn partner gekomen.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
compagne (v) | de gade ; de gemalin (v) ; de gezel (m) ; de gezellin (v) ; de metgezel (m) ; pal (znw.) ; de vrouw (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `compagne`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: amiFR: amieFR: camaradeFR: femme