Vertaal
Naar andere talen: • circuler > DEcirculer > ENcirculer > ES
Vertalingen circuler FR>NL
[siʀkyle]

1 se déplacer - (door)rijden
piétons
(door)lopen

  'circuler dans la ville'
  in de stad lopen

  'Les bus ne circulent pas le dimanche.'
  De bussen rijden niet op zondag.

  'Le sang circule dans mes veines.'
  Het bloed stroomt door mijn aderen.


2 passer d'une personne à une autre - circuleren - rondgaan

  'Le document circule.'
  Het document circuleert.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
circuler (ww.) circuleren (ww.) ; de ronde doen (ww.) ; in omloop zijn (ww.) ; rondgaan (ww.) ; rouleren (ww.)
circuler circuleren ; deelnemen aan het verkeer
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `circuler`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: dépasser
FR: excéder
FR: faire le tour
FR: outrepasser

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: circulez! NL: doorlopen!